Een boeiend verhaal over de asperge in het laatste Bloemblad! Informatie over het gewas en verwanten in de klassieke oudheid. Veel bijzonderheden over bereidingswijze, voedingswaarde en wat de groente kan betekenen voor je gezondheid. Hierbij een paar kanttekeningen over de snelle ontwikkeling van de teelt in Limburg en enkele hopelijk nuttige bijzonderheden betreffende de teelt.
Eind jaren 50 kreeg ik een baan bij de tuinbouwvoorlichtingsdienst in Limburg. Op de arme zandgronden in het noorden van de provincie kwam de aspergeteelt toen net op. In ons land was de asperge nog bepaald geen gangbare groente, maar over de grens was ‚spargel essen’ al in zwang en borden met die tekst zag je dus langs de weg bij telers en restaurants. Een uitkomst voor de kleine bedrijven met hun magere grond. De asperge werd ‚het witte goud’. Dat zag je terug in de tafelmanieren. Wij schillen de asperge omdat de buitenste laag vezels, die de stengel zijn stevigheid geeft bij het doorboren van de bedekkende grond, moeilijk verteerbaar zijn. Maar toen was de welvaartsstaat nog ver weg en gold het als sjiek om de stengels leeg te zuigen, waarbij de botersaus langs je kin droop.
Op de proeftuin in Venlo werkte Toon Franken destijds aan de veredeling van de asperge. Het eerste resultaat van zijn werk was het nieuwe ras ‚Limburgia’. De asperge is twee-huizig: de helft van de planten maakt mannelijke bloemen die met hun stuifmeel moeten zorgen voor bessen aan de andere helft.
In de jaren 70 experimenteerde ik in Ethiopië – naar het voorbeeld van Taiwan – met de jaarrond-teelt van asperge. In een warm klimaat groeit de asperge het jaar-rond en kun je bij toerbeurt een rij planten afknippen en zo het hele jaar nieuwe scheuten oogsten. In het warme klimaat lukte het ook om zaailingen in één jaar in bloei te brengen. We plantten alleen de mannelijke planten uit. Dat gaf een meer uniform gewas, omdat niet de helft van de planten energie in de productie van bessen steekt. Het werk van Franken leidde uiteindelijk tot een proefschrift en tot rassen waarbij de bloemen van de vrouwelijke planten steriel zijn, zodat er geen bessen worden gevormd.
Bij het uitplanten is het van belang dat de rij knoppen op het plantgoed netjes IN de rijrichting wordt geplant. (Op de foto van het plantgoed in het artikel is die rij boven de afhangende wortels met wat goede wil te zien.) Zo niet dan groeit de wortelstok in de loop der jaren zijdelings uit de opgehoogde rug.
Mijn Engelse echtgenote kende alleen groene asperges. In Engeland werd het gewas op zwaardere gronden geteeld, waardoor het opzetten van ruggen en het uitgraven van de te oogsten stengels teveel arbeid vraagt. De keuze tussen groene en witte asperges wordt dus vooral bepaald door de grondsoort.
Ed Verheij