Ramona van den Arend

 

 

Sinds ik afgelopen jaar met mijn gezin meer aan huis gekluisterd ben door de coronamaatregelen, is er bij mij een idee ontstaan voor de saaie berm tegenover mijn huis.  

Je voelt ‘m al aankomen: ik ben aan guerilla gardening gaan doen, althans, iemand vertelde mij dat dat het was. En ze had denk ik gelijk.

Laat ik eerst de berm omschrijven. Het is een brede berm, die onregelmatig doorloopt
langs de hele straat naast het weiland van huis Boekelo. Momenteel
vol met zevenblad, kweekgras en hier en daar een brandnetel. Het
kweekgras groeide meters over de bestatring welke ik eerst stukje
voor stukje heb verwijderd. Er kwam zelfs een put tevoorschijn. Dan
het randje. Vanaf de stoeprand kon ik handmatig met de onkruidsteker
stukje voor stukje alle wortels weghalen. Dat vereiste wel wat
discipline moet ik zeggen.                                                                                                                                                Maar, na twee maanden ofzo, toen ik er
bijna dagelijks even wat aandacht aan had besteed, keek ik uit op een
kweekgrasloos geheel. De brandnetels liet ik staan, want, zo leerde
ik mede door schrijvers in Floralia; deze is een waardplant voor de
vlinders. Dat het nu als poepveldje wordt gezien laat me koud, want
ik ben ervan overtuigd dat de bloemen zullen winnen.

 

Betreft dat poepveldje: mijn overbuurjongen en mijn zoon kwamen op het idee
bordjes te maken voor het langs wandelend publiek, om te laten weten
dat hondendrollen niet gewenst waren. Dit heeft overigens wel een
tijdje geholpen. Verder wip ik er zo nu en dan eentje weg met mijn
onkruidsteker en probeer me er weinig van aan te trekken. Het goede
zal overwinnen. Bovendien is het aanstekelijk. Ook een buurtgenoot
een heel eind verderop die al een poging had gewaagd aan de berm is
nog fanatieker geworden en inmiddels zijn we met drie buurvrouwen de
berm een stukje vrolijker aan het maken.

Het is mijn droom
een bloemenzee te maken van de berm en dit zover mogelijk door te
laten lopen tot de straat zolang de buurt het goed vindt. Ook de
gemeente had er geen bezwaar op, welke ik netjes gebeld had. Ook de
aannemer van het groenbeheer had mijn karwei in de gaten en heeft
mijn eerste zaailingen zelfs laten staan, iets wat ik niet zo snel
verwacht had.

 

 

Afijn. In de loop van de tijd ben ik mij gaan verdiepen in biologische zaden ten opzichte van gewone goedkope zaden, maar ook ben ik mij gaan verdiepen in inheemse planten. Dankzij Floralia en veel speurtocht op het internet heb ik nu een lijstje gemaakt van planten die welkom zijn in de berm. Ik verzamel bloemenzaad uit eigen tuin om de berm mee in te zaaien en heb al wat doosjes van natuurmonumenten voor een klein prijsje bemachtigd. Ook heb ik voor weinig geld aan 150 biologische tulpenbollen kunnen komen waarvan het merendeel in mijn eigen tuin staat en de rest de berm in gingen. Daarnaast nog een zakje biologische bloembollen van diverse planten die ik gewonnen had via Groei & Bloei op Instagram. Zo hoop ik op een mooie eerste lente dit jaar.

 

Omdat ik pas in de zomer begonnen was met het ontwortelen van de grasberm, heb ik laat ingezaaid. Ik had ook kunnen wachten tot volgend jaar maar ik wilde graag dat er nog íéts van groen tevoorschijn zou komen. Hoge verwachtingen had ik niet, met het oog op de droogte die we toen hadden. Toch hebben we nog maanden van feloranje dubbelbloemige goudsbloemen en verschillende afrikaantjes mogen genieten. En dat was nog maar het begin!

Om er nog een scheutje bovenop te doen wil ik ook nog delen dat ik merk dat het inzaaien van de berm goed heeft gedaan bij de buurtbewoners. Menig wandelaar die erlangs liep is geïnteresseerd geweest in de voortgang van de berm. De goudsbloemen werden regelmatig uitvoerig bekeken door verschillende mensen. Iets wat ik vanachter mijn eigen raam natuurlijk kon volgen. Een bijkomstig voordeel daardoor is dat er, ondanks de strenge maatregelen, toch nog gesprekken met elkaar ontstonden daar bij die berm – weliswaar op afstand. Het leek wel een ontmoetingsplek geworden te zijn. Dat komt omdat mensen er even stoppen en kijken, en zo meer kans hebben om elkaar te treffen. Bovendien werd ik regelmatig vriendelijk te woord gestaan door wandelaars en zo vielen we van het ene in het andere gesprek. Zo heb ik naast mijn groene bezigheid toch ook best een sociale zomer meegemaakt als ik terugkijk!

Ik ben natuurlijk niet de enige die een dergelijk initiatief heeft genomen, zo heb ik dus ook genoten van het bericht over het Insectenparadijs in het laatste blad van Floralia en bewonder ik de buurttuin aan de Jonker Sloetlaan al jaren. Ik hoop dat er meer van dit soort initiatieven komen in Bennekom. En al ben je maar een leek, het is zeker ook heel leerzaam. Als je maar ergens begint en niet snel opgeeft.